Veel mensen hebben een voorliefde om alcohol te drinken en
zelfs om het te ruiken. Dit is niet aangeleerd, maar zou in ons DNA zitten. We
mogen onze aapachtige voorouders hiervoor bedanken. Althans, volgens de Drunken
Monkey hypothese.
Onze voorkeur voor alcoholische geuren en smaken komt niet
uit de lucht vallen. Robert Dudley, evolutionair fysioloog en hoogleraar
integratieve biologie, heeft in 2000
een boek geschreven met daarin zijn Drunken
Monkey hypothese.
Volgens die theorie heeft het alles te maken met de
overlevingsdrank van onze voorouders, de primaten. In hun dagelijkse zoektocht
naar eten werd er namelijk af gegaan op alcoholische geuren (en smaken). Deze
geuren stonden garant voor voedzaam en rijp eten en dus een goed maaltje.
Goed voedsel gegarandeerd
De primaten waren vooral afhankelijk van fruit als
voedselbron. In rijp fruit zitten natuurlijke gistsoorten die ervoor zorgen dat
suikers omgezet worden in alcohol. Daar werden ze niet dronken van, maar het
was wel heel goed te ruiken.
De geur van rijp fruit stond gelijk aan meer
voedingsstoffen. Die geur was voor een deel een alcoholgeur. Daardoor werd de geur
van alcohol uiteindelijk een geur die nu nog onbewust geassocieerd wordt met
suikerrijk en energierijk voedsel.
Alcohol in voedsel hielp ook om de opname van calorieën en
de suikers in het lichaam sneller te verteren. Hierdoor waren onze voorouders
die alcoholrijk voedsel aten sneller weer fit en dat hielp weer bij dreigend
gevaar.
Bewust alcohol maken
Toen mensen evolueerden en uiteindelijk de landbouw
ontwikkeld werd, begonnen mensen ook bewust alcohol te maken. Bij het maken van
drank worden suikers door middel van fermentatie omgezet in alcohol.
Dit is in principe hetzelfde proces dat er eeuwen geleden al
in fruit gebeurde. Alleen hebben we het nu zelf onder controle en kunnen we er
de lekkerste dranken mee maken.
Dat je soms trek hebt in een glaasje alcohol is dus niet
heel raar, maar zit in je DNA gebakken.
Link met alcoholverslaving
De hypothese duikt ook verder in de link met
alcoholverslaving. Dit probleem is niet bij onze voorouders ontstaan volgens
Dudley, maar ontstond bij het gemak waarop we nu alcohol kunnen vinden.
We hoeven niet meer op zoek naar rijp fruit door middel van
alcoholgeur. Alcohol is vele malen makkelijker te vinden. Het is namelijk maar 1
tripje naar de slijterij of supermarkt verwijderd.